Categorie archief: DE STAGIAIR

DE STAGIAIR – Stratenmakers

Zoals een aantal weken geleden aangegeven wil ik een feuilleton gaan creëren, door mijn ervaringen als stagiair aan het papier toe vertrouwen. Het is weliswaar een aantal jaren geleden dat ik stagiair was. Maar het was een mooie tijd, die ik mij nog als de dag van gisteren kan herinneren. Ik was student civiele techniek (in de volksmond: grond- weg en waterbouw) en hunkerde naar het werkende bestaan. Vorige keer had ik mijn sollicitatiegesprek en nu zou ik daadwerkelijk beginnen. De maatschappij in, kijken hoe de proletariërs het er afbrengen.

Ik kwam buiten te werken bij een ploeg stratenmakers. In Groningen noemen ze dat ook wel stroot’nmokers. Ik had van medestudenten gehoord dat stratenmakers bekend staan als een stel ruwe bolsters. Ik paste er daarom niet helemaal tussen: haar in de scheiding, lakschoentjes, handen schoon, broodtrommeltje van Garfield en een liga voor tussen de middag. Zij daarentegen: vette bos haar met een jaren ’80 mat, klompen aan, handen zo groot als mijn voeten en geld voor een vette hap tijdens de schaft. Ik zag dat ze me argwanend aankeken. Ik moest iets doen om ertussen te komen… Ja ik wist het: mannenpraat, dat was de oplossing! Ze hadden het over vroeger, over zware tijden. Dus ik met de stoerste stem die ik in me had:

Zwoare tied’n ? Proat mij niet van zwoare tied’n. Het invoeg’n van de Chinese muur dat war’n pas zwoare tied’n. Ze keken me aan en hun gezicht vertrok. Gelukkig! Ze begonnen voorzichtig te lachen. Ik stelde me voor als de nieuwe stagiair.

Zo, dan konden we nu aan het werk. Als eerste mocht ik met de kruiwagen in de weer. De voorwerker gaf mij de opdracht om een kuub (m3) straatzand van de bult te halen. Na twee kruiwagens dacht ik klaar te zijn, dus bleef ik wachten. De voorwerker kwam eraan en vroeg me of ik wist hoeveel kuub zand er in één kruiwagen gaat. Ongeveer een halve zei ik vol trots. Een kruiwagen was volgens mij ongeveer een meter lang, een halve meter breed en een meter diep. Dat was dus ongeveer een halve kuub. Ze zouden trots op mij zijn: nog geen halve dag aan het werk en nu al zo’n groot praktisch inzicht. Ja, ik zou het ver gaan schoppen. Maar aan het  gelach te horen zat ik er naast. En goed ook: er blijken ongeveer 11 tot 12 kruiwagens in een kuub te gaan. Net zoals er ongeveer 45 klinkers in een vierkante meter gaan. En net zoals er twee kroketten, een patatje met, twee ballen gehakt en die frikadellen speciaal in de middagpauze in een stratenmaker gaan.

 

Het viel mij op, dat er na de pauze nog harder werd gewerkt dan ervoor. Om half drie hadden we de gewenste dagproductie dan ook al gehaald. De mannen pakten in om ’s avonds ook nog te gaan werken, zoals ze zeiden. Dit waren hele goede voor de baas. De hele dag al hard werken, om dan ’s avonds nog even wat extra meters te maken. Maar deze extra meters maakten ze niet voor de baas vertelden ze me. Dat was om “het leven wat draaglijker te maken”. Toen ik zei, dat het enige wat ze zouden dragen over een paar jaar, een onmenselijke pijn zou zijn, kwamen de 4 stratenmakers wel heel dreigend op mij af…. Ik probeerde het nog te redden door te zeggen dat ze in ieder geval al vroeg van hun oude dag konden genieten. Ook dat schoot in het verkeerde keelgat, dus zette ik het op een lopen.

Ik heb het nog een aantal weken kunnen rekken bij de stratenmakers. Aangezien ik nogal atechnisch bleek te zijn -ik kan een maandverband nog niet onderscheiden van een halfsteensverband- gaven de stratenmakers me klusjes, zodat ik toch wat te doen had. Je weet wel, van die standaard stage-klusjes. Ik mocht namelijk van alles halen: plintentrapjes, rubberen flut gutsen en een kubieke meter doorzichtige lucht. Maar toen ik na een aantal weken geen van deze voorwerpen gevonden had, was het volgens de voorwerker tijd om mijn talenten ergens anders te gaan vertonen. Ik zou naar binnen gaan: de calculatie zat te springen om een pientere student…….

 

DE STAGIAIR – Sollicitatie

Ik wil mij de komende weken storten op de natte droom van elke schrijver/blogger. Ik wil een feuilleton gaan creëren. Ik wil mijn ervaringen als stagiair aan het papier toe vertrouwen. Het is weliswaar een aantal jaren geleden dat ik stagiair was. Maar het was een mooie tijd, die ik mij nog als de dag van gisteren kan herinneren. Ik was student civiele techniek (in de volksmond: grond- weg en waterbouw) en hunkerde naar het werkende bestaan. Mijn stageperiode zou daar het begin van zijn. Oh, wat was ik er klaar voor…De komende weken zal ik daarom mijn ervaringen delen van deze magische tijd bij een middelgroot wegenbouw bedrijf.

Het begon allemaal met mijn sollicitatiebrief. Ik had van te voren de nodige sollicitatiehandboeken doorgelezen. Uit deze boeken blijkt dat je zeker van je zaak moet zijn. Je moet je van je beste kant laten zien. Je moet zelfstandig zijn, maar ook goed in een team kunnen werken. Je moet laten zien dat je veel wilt leren en hard kunt werken. Maar hoe laat je zoiets in een sollicitatiebrief zien, zonder dat het er te dik bovenop ligt? Daar wist ik wel wat op. Mijn sollicitatiebrief zag er daarom als volgt uit:

“Geachte heer, mevrouw,

Aangezien ik op het moment hartstikke druk op school ben, met een project waarin we leren samen te werken, dwing ik op deze zelfstandige manier een stage plek bij u af. U begrijpt dus dat ik rustig wacht op een reactie van uw kant zodat we kunnen bespreken wanneer en tegen welke voorwaarden ik zal beginnen met mijn leerproces binnen uw bedrijf. Met vriendelijke groet, uw nederige stagiair”

Ja, ja, hier zouden ze van onder de indruk zijn! Ze zouden op de afdeling P&O steil achterover vallen van zoveel moois. In deze brief zat namelijk alles: het harde werken, het leren, het samenwerken en de zelfstandigheid. En het geheel overgoten met een gezonde portie zelfvertrouwen. Als dit niet zou lukken, dan zou ik altijd nog schoenenverkoper kunnen worden.

Het sollicitatiegesprek bleek een formaliteit te zijn. Het bleek een standaard sollicitatie: over en weer liegen. Zij probeerden mij te overtuigen over hoe goed ze wel niet waren. Kwaliteitssysteem hier, ISO daar, trofee hier, mega resultaten daar. Ze waren ook heel goed in moeilijke afkortingen: UAVgc, EFBQ, Relatics, RAW, BVP, DNV. Ik heb ze allemaal onthouden. Voortaan zou ik geen Scrabble of Wordfeud partij meer verliezen. Toen ik aan de beurt was, heb ik ook lopen liegen. Over hoe goed ze het met mij zouden treffen. Om hun te imponeren heb ik ze ook nog wat afkortingen die mij te binnenschoten voor de voeten gegooid: WAO, AOW en WW.

Uiteindelijk werd besloten dat ik buiten zou beginnen tegen een loon waar een WW-er zich om zou verkneukelen. Maar ja, wat heb ik te willen? Ik ben maar student en eigenlijk al blij met elke cent.

Na het sollicitatiegesprek kreeg ik nog een rondleiding door het kantoor. Dat er in dit bedrijf überhaupt gewerkt werd, verwonderde mij, omdat er zich volgens de naambordjes in elk vertrek wel een manager, hoofd, of  directeur  bevond: directeur algemene zaken, commercieel directeur, manager zandwinning, manager interne zaken, hoofd kenniscluster water en riolering. Ze leken zich zelfs met de Elfstedentocht te bemoeien. Ze hadden namelijk geen Rayonleider, maar zelfs een Rayonmanager! En niet één Rayonmanager, maar zelfs drie. Toen ik deze mannen vrolijk begroette met: ‘It giet on’, keken ze me verward aan en zeiden ze dat ik voor zulk soort opmerkingen beter bij de regiomanager kon zijn. En daar hadden ze ook weer tig smaken van. Ze hadden dus nog meer managers! Ja, je kunt het zo gek niet bedenken of ze hadden er een manager voor.

Na voorzichtig vragen, begreep ik dat ze bij elkaar eenenveertig managers, directeuren of hoofden hadden. Ze waren er zelf al zo aan gewend dat ze hun gezicht strak in de plooi konden houden bij het beantwoorden van  deze vraag. Ik bedoel: een beursgenoteerd bedrijf als Heineken kan aan zoveel managers en directeuren nog een puntje zuigen. De volgende logische stap leek mij om een Captain of Industry of in ieder geval een CEO aan te stellen. Elk zichzelf respecterend bedrijf heeft er namelijk één. Kost wat, maar dan heb je ook wat. En je hebt er gelijk weer een afkorting bij!

Jullie begrijpen dat ik na dit sollicitatiegesprek zwaar onder de indruk mijn verhaal aan het thuisfront verteld heb. ’s Nacht droomde ik maar van één ding: manager worden, maakt niet uit waarvan. Ook al was het van het kopieerhok. Voorzichtig droomde ik van een directeurschap. Oh, wat had ik een zin in mijn eerste stagedag……