Caravanmasochisme

Wij, Nederlanders, zijn harde werkers. Mouwen opstropen, gas erop en gaan. Dat merk je aan alles. Maar vooral aan de wijze waarop wij vakantie vieren.  Het overgrote deel kampeert nog steeds. Een groot deel daarvan doet dat met de caravan, alias de sleurhut, tien vierkante meter irritatie, de claustrofobische escaperoom.

Gezinnen die met de caravan op vakantie gaan, zijn de overtreffende trap van harde werkers. Ware workaholics, echte masochisten. Caravanmasochisten. Ik durf zelfs de stelling aan, dat ze liever helemaal geen vakantie vieren, maar gewoon willen doorwerken. Maar in die verschrikkelijke cao’s liggen vakanties vast, en daarom moeten zij er ook aan geloven. Met gepaste tegenzin doen zij hier daarom aan mee. Om toch nog door te kunnen werken, is een caravan een prima investering. Met zo’n ding heb je gegarandeerd werk. Het begint al bij het ophalen, voorafgaand aan de vakantie. Nee, het is eigenlijk nog eerder. Zelfs in de winter en het voorjaar heb je er werk van. Er is namelijk altijd iets kapot of aan vervanging toe in of om de caravan. Nieuwe sjorbanden, nieuwe stoelen, een mover, stabilisatievoeten, een muggenscherm, een airco, opvouwbare zonnepanelen. Je kunt het zo gek niet opnoemen of het is te koop. De hele caravanbranche is er op ingericht om telkens nieuwe rotzooi te verkopen, zodat de gebruikers wat te doen hebben.

Terug naar het ophalen. Dat ding staat opgeslagen in een bouwvallige lekke schuur op minimaal vijftig kilometer afstand. Dat is fijn, dan kunnen de eigenaar, auto en caravan weer wat aan elkaar wennen. De caravan staat in zo’n stalling nooit logisch. Dat doet de beheerder er om. Er moeten eerst vijftien caravans verplaatst worden, voordat je je eigen te pakken hebt. Je caravan is overigens lastig te vinden, want hij lijkt sprekend op alle andere. Ze hebben allemaal dezelfde zwarte uitstraling. Er zit namelijk lekker veel stof op, dat is gegarandeerd een zaterdag met de Kärcher in de weer. Gretig word het stallingsgeld afgetikt en met een extra bedankje vanwege het stof, stapt de eigenaar glunderend in. Om de hele caravan weer rijklaar te maken, staat hij minimaal vier weken voor het vertrek al op de dam. Staat ie heerlijk in de weg. Er kan geen auto voor en er kan geen fiets langs. En elke dag komt er een ander kind het huis in lopen met open knieën omdat ze gestruikeld zijn over het elektriciteitssnoer. Na vier weken banden vervangen, schoonmaken, movers afstellen, kogeldruk controleren en inpakken, is het eindelijk zo ver. Ze gaan op vakantie! Wild toeterend verlaten ze hun woonplaats. Iedereen mag het weten. Vlak voordat ze weggaan gooien ze vaak de volgende oneliner er nog uit: ‘Als ik in de auto zit, heb ik al vakantie.’ Natuurlijk. Zou ik ook zeggen, anders houd je geen vakantie over.

Voor de meeste caravanmasochisten is de plek waar ze naar toe gaan niet van belang, maar de weg er naar toe des te meer. Aangezien zij er ongeveer drie-en-een-halve dag over doen om er te komen, is de route inderdaad van groot belang. Als je naar Frankrijk gaat, ga je dan via Route du Soleil of de parallel gelegen B-wegen om tolgeld te besparen? En ga je naar Duitsland, Oostenrijk of Italië via de Linksrheinische oder die Rechsrheinische Autobahn? Dat zijn de levensvragen die de caravanmasochisten wakker houden. Na drie-en-een halve dag op de rechterbaan, achter dezelfde vrachtwagen vakantie gevierd te hebben, komen ze ‘zwaar relaxed’ aan. Het echte vakantie vieren kan beginnen. De komende twee dagen staan namelijk in het teken van het opzetten van de voortent, bijzettenten, binnententen. En alle rotzooi die meegenomen is, moet in elkaar gezet en uitgestald worden. En over een week mag alles al weer opgeruimd en ingepakt worden, anders missen ze de eerste werkdag. De caravanmasochist zou nu in een kleine psychose terecht kunnen komen met alle vrije tijd die hij de komende week in het vooruitzicht heeft. Maar uit ervaring weet hij, dat er op een camping altijd wat te doen is. Afwassen, poepie doen, chemisch toilet reinigen, auto wassen, accu’s bijladen, haringen en tentdraden controleren, wasjes draaien en afwateringsgeulen graven. En als er dan echt niets meer is, bieden ze zich vaak aan bij de camping eigenaar en vragen ze, of ze deel uit mogen maken van de technische dienst of de beveiliging.  ‘Doe mij maar in de nachtploeg, ik heb vakantie.’

Ik ken zelfs de overtreffende trap van caravanmasochisten. Dat zijn de bazen binnen deze groep. Zij kiezen hun vakantie locatie dusdanig, dat ze gegarandeerd in de overuren terechtkomen. Ze gaan naar het Gardameer. En ze hebben daar een eigen boot. De boot kan nadat de caravan met voortent staat, opgehaald worden uit eenzelfde soort lekke bouwvallige stalling. Ook de boot heeft lekker veel stof en motorisch presteert hij matig. Gelukkig, dat betekent nog meer werk! Verder is het mooie aan het Gardameer dat het vaak te warm is en dat er daarom minimaal één keer per week een donderbui rondtolt boven het meer. En dat is altijd ’s nachts. De ene helft van de familie hangt dan aan de voortent en de andere helft zet zijn leven in de waagschaal in het meer. Zij hangen eensgezind aan de boot om deze niet te laten afdrijven. Dat is dezelfde boot waar ze nog geen meter in gevaren hebben, want hij had een storing die niet door hun zelf te verhelpen was. Er moest een malafide Italiaanse monteur aan te pas komen. Jammer, dat er zelf niet gesleuteld kon worden, maar dat werd gecompenseerd. Want hij had zijn werkplaats in de buurt van Napels…Totaal vier dagen rijden!

En ik? Ik ben geen harde werker. Ik ben lui. Ik mag de veters niet strikken van de echte masochisten. Ik vier mijn vakantie in een stacaravan. Dus wel het claustrofobische gevoel, maar niet het werk van een tourcaravan. Wij, stacaravan watjes, zijn de lachertjes van de camping. Ze zien ons niet staan. Ze halen hun neus op, voor zoveel luiheid. Verschil moet er wezen.

5 gedachten over “Caravanmasochisme”

  1. Mooi verhaal Martin
    En toch is kamperen fantastisch je hebt lekker ije eigen huisje geen vreemde bedden waar je niet lekker in kan slapen. Maar het is een beetje behelpen soms.

    Like

Plaats een reactie