Zing, drink, dans, lach, vecht, knooi en bewonder

Ik ben een man van tweeënveertig jaar. Ik heb momenteel een dagtaak aan het in de kop drukken van mijn midlifecrisis. Ik moet allerlei oergedrag constant zien te bedwingen. Ik loop op mijn tenen. Om toch een goed evenwicht te vinden, heb ik mij laatst geprobeerd onder te dompelen in jeugdsentiment. Het idee was om ouderwets te gaan stappen op zaterdagavond en eens flink los te gaan qua drank en dansen.

Ik zou eens flink de bloemetjes en de bijtjes buiten zetten! Ik kom van het platteland en daar stonden wij vroeger in discotheken. De rode draad op zo’n avond was dat de mannen meters bier wegdronken en dat de dames zich het zwart voor de ogen dansten en zongen. Dus niet chillen, loungen of hangen, zoals tegenwoordig. Nee, ouderwets stappen. En dat deed ik in Takens. Takens in Balkbrug in het Noorden van Overijssel. Takens was dé uitgaansgelegenheid van Noordoost-Nederland. Ik zou dus naar Takens gaan. Weliswaar met mijn vrouw, maar dat mocht de pret niet drukken. Mijn feestje werd mooi verpest, want Takens bleek failliet te zijn. Door al dat gechill, gelounge en gehang van de jeugd van tegenwoordig, wordt er niet genoeg omgezet en heeft Takens geen bestaansrecht meer.

En zo zit ik nu op deze zaterdagavond teleurgesteld op de bank naar ‘De Jongens tegen de Meisjes’ te kijken. Mijn vrouw heeft haar stapjurk ingeruild voor de pyjama en ik zit er niet veel florissanter bij. Ik heb zojuist in rap tempo zes flesjes bier opgedronken om toch het oude gevoel te simuleren. Lichtelijk draaierig in mijn hoofd gaan mijn gedachten terug naar die goede oude tijd.

In gedachten loop ik weer als jong mannetje door de zalen van Takens, het vrijgezellencafé en de bowlingbaan. In de grote zaal stond de diskjockey singletjes van vinyl te draaien of was er een ‘drive-in show’. In de kleine zaal werd er opgetreden. Golden Earring, Koos Alberts, Marco Borsato, De Dolly Dots, maar ook Dennie Christian was er geregeld. Dennie Christian kwam vaker dan ons lief was, want hij was standaard de vervanger van André Hazes, die vaak niet kwam opdagen. In beide zalen waren de meters bier niet aan te slepen. Takens was niet alleen van de jongeren, het was van iedereen. Niet alleen de roestige ritsen, maar ook de twintigers en dertigers waren goed vertegenwoordigd en zorgden in hoge mate voor de omzet.

In mijn beginjaren was ik er altijd voor half tien, dat scheelde tien gulden(!) entreegeld en daardoor had ik vijf munten extra. Dan was je toch het mannetje, de hele week hard geleerd en gewerkt en dan gewapend met twintig munten Takens in. De ene zak vol met munten en de ander vol met mannelijke hormonen. Je raadt al welke zak aan het eind van de avond gegarandeerd leeg was.

In Takens was het leven overzichtelijk. Je wist wie bij de entree stond, wie bij de munten stond en wie het bier in tapte, maar ook wie je er desgewenst uittrapte.

Qua overzichtelijkheid was het zelfs zo dat ieder dorp min of meer zijn vaste plek had, zeker in de grote zaal. Aan de linkerkant stond: ‘Nieuwleusen en omstreken’, voorin ‘Dedemsvaart en omstreken’ en achterin bij de diskjockey ‘Balkbrug en omstreken’. De dansvloer was groot en werd vrijwel alleen gebruikt door de vrouwen. Sigaretten in de ene hand en een Bessen Jus in de andere. Het motto was: ‘stappie hier, stappie daar en ook dit dansje is weer klaar’. De mannen stonden natuurlijk te lonken naar zoveel souplesse en choreografie. Ik was, net als de meeste kerels, geen Don Juan. De prioriteiten lagen vaak meer bij bier en sterke verhalen, dan bij de vrouwen. Soms had ik beet en kwam ik met een openingszin: ‘Ben je al eens eerder in de zevende hemel geweest?’ Dan keek ze me vaag aan, want ze had me door het lawaai niet gehoord…Voordat we dan naar buiten gingen, kwam je nog langs de TL-verlichting bij de ingang. Ook dat was typisch Takens en superhandig. Voor beide partijen. Want je kon ‘het vlees’ nog even real-time keuren. Ik noemde dat de zogenaamde ‘TL-controle’.

De TL controle doorstaan? Dan naar buiten, naar het parkeerterrein om daar wat te ‘knooien’. Met de ervaring, die ik nu heb, kan ik het in mijn geval niet anders noemen. Met de handen onder de kleding beha bandjes los proberen te krijgen en vervolgens wat knijpen en frunniken aan de borsten. Vervolgens nog even wat schaamhaar in de war brengen en ook daar wat drukken en wrijven, dat was de rode draad. Na een kwartiertje zeiden ze vaak dat ik er wel mee mocht ophouden. Dat had ik toch maar even mooi gedaan! Ik had haar als een ware Don Juan, met mijn magische handen binnen een kwartier in de zevende hemel laten belanden! Achteraf besef ik, dat ik ze eerder in de hel bracht dan in de hemel met mijn gefrunnik. De meiden kreunden wel, maar dat was eerder van pijn dan van genot.

Soms hadden we geen tijd voor de meiden, dan waren we druk met belangrijke mannenzaken: knokken. Ouderwets matten. Dat hoorde ook bij Takens. Takens had een eigen ‘knokploeg’ bestaande uit potige Balkenezen die nergens voor terugdeinsden. Ze sleepten je de zaal uit en op de parkeerplaats kreeg je nog een paar tikken na. De volgende week was het gewoon weer ouwe jongens krentenbrood.

Ik ben slechts één keer in een vechtpartij beland. Mijn broertje was voor de eerste keer in Takens en zag een paar vervelende gasten uit Zuidwolde. Hij had al veel bier op, dus was vol zelfvertrouwen. Hij wilde ‘matten’. ‘Slecht idee, we zijn zwaar in de minderheid’, probeerde ik nog. Maar hij stroopte zijn mouwen op en daar ging het los. In de kleine zaal, bovenop het balkon. We kregen de nodige tikken, maar onze lange armen die als molenwieken door de lucht maaiden, richtten ook de nodige schade aan. Opbrengst: twee blauwe ogen, twee bloedneuzen en een stuk of wat kettinkjes in onze handen! De uitsmijters zagen dat we in de minderheid waren en dirigeerden ons via de trap naar de keuken. Tien minuten later zaten we op onze fiets naar huis. Nog weer tien minuten later zaten we met bevroren kipfilets op onze blauwe ogen. Kipfilets? Ja, onze ma was nalatig geweest. Ze had de ijsblokjes niet aangevuld. We sliepen vervolgens vredig in.

Ik word wakker. Ik zit in mijn stoel in een donkere huiskamer. Zes flesjes bier naast me. Ik heb een glimlach op mijn gezicht, die er met honderd stokslagen nog niet af is. Dat was ook precies de reden, dat mijn vrouw me heeft laten dromen in mijn stoel. Ik stap op en slaap vredig verder naast mijn bloedeigen Takens verovering. Zij heeft twintig jaar geleden mijn slechte openingszin gelukkig niet gehoord en we hebben allebei de TL-controle doorstaan.binnenkant

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s