Om de Bucketlist (in mijn geval een B-lijst) toch wat meer allure te geven en op termijn om te buigen in een A-lijst, heb ik het idee opgevat om mijn ski-horizon te verbreden. Vorig jaar was ik geëindigd in Sella Ronda, Italië. Nu ik toch de smaak te pakken heb van niet-Oostenrijkse landen, wil ik gelijk maar doorpakken. Zwitserland zou het worden.
Zo op het eerste oog pas ik daar als Sven op een olympische 10 kilometer. Zwitsers zijn onafhankelijk. Ik ook. Zwitsers zijn precies. Ik ook. Verder staan ze bekend om hun chocola en kaas. Ik haat beide. Daarom toch maar mijn vrouw meegenomen. Grindelwald in de regio Bern was de bestemming. We hadden daar met vrienden afgesproken, die al jaren in Zwitserland wonen.
Wintersportseizoen 2017-2018 gaat nu al de boeken in als zeer sneeuwrijk. Ook op onze aankomstdag sneeuwde het als een malle. De sneeuw in combinatie met mijn twee voornaamste karaktereigenschappen zouden weer voor een avontuur zorgen. Deze keer speelden mijn eigenzinnigheid (lees: eigenwijsheid) en mijn onhandigheid mij parten. Onze vrienden zaten al in het hotel aan een drankje, terwijl wij de helling naar het dorp opreden. ‘Vergeten jullie de sneeuwkettingen er niet op te leggen?’ belden ze ons meelevend op. Ik had natuurlijk kettingen mee, maar ik had ze er een paar jaar geleden voor het laatst omgelegd, dus ik had er nog niet echt trek in. Ik was al een paar plekken en borden voorbij gereden, waar geadviseerd werd om de kettingen om te leggen. Mijn vrouw keek mij bij elke plek aan en rolde met haar ogen. ‘Schatje, ik zal je even laten zien hoe ik ons veilig en snel naar het hotel breng. Wat Max in de regen doet, kan ik in de sneeuw’. ‘Max of Jos?’ vroeg mijn vrouw nog. Wel begon het steeds harder te sneeuwen. Dikke vlokken. En hoe hoger we kwamen, hoe meer sneeuw er op de weg lag. Twee honderd meter verder, kwam ik in de slip. En het was niet het slipje van mijn vrouw. Maar ik was heer en meester over de koppeling en het gas. Ik keek mijn vrouw geruststellend aan. Nog twee honderd meter verder kwam ik voor de tweede keer in de slip. Normaal gesproken zit ik graag vast in een slip, maar deze keer niet. Mijn vrouw keek mij nu quasi geruststellend aan en stapte uit. Ze duwde de auto uit de slip en langzaam reed ik verder. Na weer tweehonderd meter slipte ik weer , maar nu gleed ik ook zienderogen achteruit, richting een muur. Een muur van een kroeg. Waar op dat moment een drietal dronken Zwitsers uit kwamen. ‘Kunnen die niet helpen drukken?’ vroeg ik mijn vrouw. Ja, ik ben wat dat betreft een echte gentleman. Ik denk graag mee. Je kunt je vrouw toch ook niet in haar eentje laten drukken. Maar die jongemannen hadden de focus niet goed. Na een paar minuten zich vergaapt te hebben aan mijn vrouw, drong het tot hen door dat ze niet mijn vrouw, maar mijn auto moesten aandrukken. En zo kwamen we weer een stukje verder. Onze volgende slip bracht ons bij een hotel. Niet ons hotel, maar wel een waar ik de auto eenvoudig en beheerst tegen een hoop sneeuw aan wist te zetten. Ik weet wanneer ik verloren heb, en om de spanning wat te verminderen zei ik mijn vrouw dat ik hulp zou halen. Ik ging naar de receptie en zag daar de twee hoteleigenaren. Twee kerels. Ik vermoedde dat ze een kegelbaan hadden, want ze waren allebei in het bezit van een flinke kegel. Bonnie St. Claire in haar beste dagen, zal ik maar zeggen.
Toen ik zei dat ik met mijn auto niet verder kwam en of zij ons misschien konden helpen met de sneeuwkettingen of iets anders, begonnen ze hard te lachen. Ze lachten me gewoon uit! ‘Du brauchst doch keine Ketten!’ schamperden ze. Het was volgens hen een makkie om zonder ‘Ketten’ naar boven te rijden. Als ik het goed begreep zou de een zijn eigen auto halen en ons naar boven trekken! Even later stonden mijn vrouw en ik buiten en kwam vanuit de garage een kleine rode Toyota, met daarin de hoteleigenaar die in het bezit van de grootste kegel was….Hij draaide nog even een donut voor onze neus en koppelde onze auto aan die van hem. Tien minuten later kwamen we beneveld uit zijn auto en stonden we voor ons hotel. ‘So machen wir das!’, was het enige wat hij zei.
Om de content in dit blog niet te vergeten, zal ik op de valreep nog het skigebied behandelen. In één woord fantastisch. Grindelwald is een gezellig dorp, voor Zwitserse begrippen. En er zitten een paar heerlijke afdalingen tussen. We hebben heerlijk gecarved over pistes met het Jungfraujoch op de achtergrond. Piste 21 is een geweldige lange blauwe piste, maar ook de wereldbeker afdaling is een legendarische. De Lauberhorn Weltcup Abfahrt: 4,5 km lang en uitdagend door 1000 meter hoogteverschil. Verder kun je naast een lift ook met een trein naar de top. De haltes worden op zwaar erotische wijze door een vrouw omgeroepen: ‘Brandegg’, ‘Alpiglen’ en ‘Kleine Scheidegg’. Al met al is Grindelwald een bezoek waard. Maar vergeet je sneeuwkettingen niet, want het ligt hoger dan je denkt!