De waarheid achter het debacle van Sven

Sven Kramer is zesde geworden op de 10 kilometer, 20 seconden achter Ted-Jan Tulpen. Da’s niet best. Maar wat erger is, is dat wij, Hollandse schaatsfans, er meer last van schijnen te hebben dan hij.

Afgelopen nacht heb ik niet geslapen. Waar hebben we het laten liggen, waar ging het mis? Wat hadden we anders kunnen doen? Zijn we iets vergeten? Vragen, allemaal vragen. Ik kom er niet uit. Is het fysiek? Of toch mentaal? We raken er maar niet over uitgepraat. Terwijl Sven het debacle gelaten ondergaat. Hij relativeert het weg, alsof er niets aan de hand is. En dat is misschien wel het ergste. Die gelatenheid. En daarom gaan we ook gissen. Als hij gewoon flink kwaad was geworden, dan hadden we gesnapt dat hij gewoon niet beter was. Maar juist door die gelatenheid, blijf je met vragen zitten. Het zou zijn race worden, zijn revanche, dan kun je niet zo reageren. Dan moet je kwaad zijn. Kwaad met een hoofdletter K. Er was zelfs geen kwade blik, na afloop. Geen bril die weggegooid werd, geen wegwerpgebaar, geen rollende ogen. Geen emotie, geen kwaadheid. En dat ben je als topsporter wel aan je stand verplicht. Vind ik.

Ik vind sowieso dat het hele TeamNL veel te gelaten is.’t Is mij allemaal te lief, te aardig, te tam. TamNL in plaats van TeamNL. We winnen alles (oké behalve de 10 kilometer dan), huilen een beetje, lachen een beetje. Maar echte emoties en verdriet zien we niet. Ook Erben Wennemars mist dat. Hij begint zichzelf al verwondingen toe te brengen om ook wat meer negatieve emoties te genereren. Ik heb op mijn beurt geprobeerd er ook wat meer actie in te gooien en heb daarom met de Volkskrant gebeld. Ik heb ze verteld dat die Jillert Anema niet helemaal fris is geweest met de vorige Spelen. Matchfixing. Het vuurtje begon al lekker aan te wakkeren gisteren. Bergsma gaf het ‘Kramer-kamp’ al de schuld van de berichtgeving. Dat ging goed. Maar ’s avonds bood Bergsma zijn excuses al weer aan. En dat bedoel ik nu precies. Te lief, te aardig.

Ik denk met weemoed terug aan de tijden met Bart Veldkamp of nog verder terug aan Hilbert van der Duim. Heerlijke tijden waren dat. Bart Veldkamp, het Haagse schoffie. Het lag nooit aan hem, maar altijd aan een ander of zijn materiaal. Hij kon heerlijk ongegeneerd kwaad worden. Dat mis ik. En het tegenovergestelde was Hilbert van der Duim. Dat brengt mij terug naar een van mijn eerste schaatsherinneringen. Ik zat als een ventje van een jaar of zes met mijn vader naar schaatsen te kijken. Het was volgens mij een Europees Kampioenschap Allround begin jaren ‘80. Hilbert van der Duim was aan het schaatsen. Het was de 10 kilometer en hij zou gaan winnen. Maar hij viel. Dat gebeurde hem wel vaker, begreep ik van mijn vader. Ik heb mijn pa nog nooit zo kwaad gezien. ‘Klootzak dat je me daar bent!’ ‘Waarom val je nou, lul!’. Mijn vader liep naar de tv en pakte hem op en wilde hem al door het raam gooien. Mijn moeder wist mijn vader te kalmeren. ‘Rustig, rustig, het is maar schaatsen…’ klonk het. Tien minuten later verdween de tv alsnog door het raam, want Hilbert werd geïnterviewd. Mijn vader werd furieus. Hilbert zei, zonder blikken of blozen, dat ie door vogelpoep op het ijs, was gevallen. Bij mijn pa ging het licht uit. Kortsluiting. De tv (u weet wel, zo een met zo’n grote zware beeldbuis) verdween met een sierlijke boog tussen de buxus aan de andere kant van het raam. Trots keek ik mijn vader aan. Wat een topsporter was hij. Niet alleen kracht, maar ook emoties.

Terug naar Sven. Ik kom er niet uit. Ik blijf maar woelen en malen. Wat is er toch met Sven aan de hand geweest. Om de gelatenheid van Sven te analyseren moet ik uit mijn emoties en naar het verstand. Ratio moet de ruimte krijgen. Alleen op basis van de feiten kan dit geanalyseerd worden. En de feiten zijn:

  • Sven heeft aangegeven dat hij de nacht voor de race pas laat is gaan slapen;
  • Naomi van As, zijn vriendin, is al weken in Pyeong Chang en heeft ook haar behoeftes;
  • Na de vijf kilometer maakte Sven Kramer een ‘dikke buik’ gebaar naar de tribune;
  • Zijn trainer Jac Orie benaderd het schaatsen wetenschappelijk en pakt elke kans om wat extra data te genereren.

Het zal toch niet waar zijn? Ik hoop toch niet dat wetenschapper Jac Orie voor deze cruciale wedstrijd heeft lopen experimenteren met nieuwe trainingsstof: seks voor de wedstrijd. ‘Als jullie toch een kindje willen, probeer het dan maar voor de 10 kilometer. Dan kan ik gelijk even analyseren wat dat doet met je prestaties’.

Als dit het geval is geweest, dan kunnen we wel zeggen dat Sven Naomi een flinke beurt heeft gegeven. De Mercedes onder de beurten, wel te verstaan. Want hij zag eruit alsof ie elke Olympische sportster zijn Mercedes had laten zien.

Vaak kom je er pas maanden later achter wat er echt gebeurd is. Daarom wacht ik 15 november af.

Nog een verhaal met nog meer content lezen? Lees‘Geholpen worden’

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s